De peer stamt uit de voet van Tiensjan, waar peren al 3000 jaar geleden werden veredeld. Er zijn resten van peren gevonden in overblijfselen van voorhistorische paalwoningen in Zwitserse meren. De Odyssea van Homerus beschrijft in hoofdstuk 7 de boomgaard van Alcinoüs: "Er groeien bomen in, hoog en prachtig: peren, granaatappel en appelbomen die prachtig fruit dragen en zoete vijgen en prachtige olijven. Al dat fruit rot niet in de zomer, noch valt het af in de winter, maar het blijft het hele jaar." In de 17e eeuw waren in Frankrijk 300 rassen bekend, in de 19e eeuw reeds 1000 en nu 5000.