Dit gerecht stamt uit de tijden van de grote Engelse zeilschepen en die van de Nederlandse V.O.C. (Verenigde Oost-Indische Compagnie). Ze waren langdurig op zee zonder land te zien en in de vochtige scheepsruimen was 'normaal' voedsel snel beschimmeld en bedorven. De gewone bemanning leefde voornamelijk op de rantsoenen van scheepsbeschuit (harde droge koeken), peulvruchten en spekvet. De kapitein, was uiteraard slimmer, verdiende meer, hogere status, enzovoorts. Hij kon zich daardoor veroorloven om gezouten mager spek, mosterd en ingemaakt 'tafelzuur' mee op reis te nemen, vandaar de naam 'Captain's superfood' ook wel 'Captains dinner' genoemd.